Klantencrisis?
Over een mij dierbare en niet weg te denken sector: het theater. En publiek dat wegblijft. Maar niet overal!
Sinds Covid is het lastig om theaterzalen vol te krijgen. Deels door scepsis over live-events, maar andere branches worstelen ook met deze problemen.
Cultuurbaron(ess)en die op platgetreden paden verder gaan om het (betalende!) publiek en de coalities van politieke partijen in stad en land te behagen gaan het uiteindelijk niet redden, ook al komt nog menigeen er een aardig eind richting pensioen mee. Dat in het toezicht van een groter museum of theater oud-politici zitten, houdt de boel soms ongezond mede in stand. “Zo handig voor contacten met fondsen en ministeries”, maar echte governance?
De innovatoren die het (gaan) redden weten bijvoorbeeld dat jongeren niet anti-cultuur zijn. De meeste jongeren zijn juist helemaal in de stemming voor cultuur. Maar: vaak niet op hun 13e, maar wel op hun 17e. Ze hebben Netflix, Apple-tv en veel te doen. Wat ze niet hebben: te veel tijd en te veel geld. Een theatermaakster die deze tijd verspilt omdat ze bij het maken van kunst niet nadenkt over de behoeften van het publiek, en ook niet over forse ticketprijzen, vervreemdt hen bij de derde poging. Ook is het publiek gewend aan snelle, complexe, aangrijpende verhalen uit hoogwaardige series of soms zelfs podcasts (een moderne versie van de bandrecorder) en accepteert niet langer dankbaar elke vorm van entertainment.
Jongeren willen toneelstukken zien, geen producties. Wèl bijvoorbeeld Shakespeare - en eigenlijk het liefst zo trouw mogelijk aan het origineel. Ik bezocht laatst het Shakespeare theater in het Poolse Gdańsk en zag dit gebeuren: Je publiek eer en aandacht geven, dat is het! En bedenk als theatermaker misschien wat je zelf zou willen zien als je maar twee keer per jaar naar het theater zou gaan.
De drama's van Shakespeare onthullen de emotionele wereld van hun personages bijna als modellen, of ze nu worden gekenmerkt door liefde, jaloezie, machtswellust, wraakzucht of twijfel. Al honderden jaren maken ze integraal deel uit van het repertoire van podia over de hele wereld. Want in het theater is het publiek op zoek naar emotionele ervaringen waaraan het kan deelnemen. Wat kost het mensen (vooral emotioneel) om met gebeurtenissen om te gaan? Dat is de vraag die een groot publiek bezig houdt. Het is van toepassing op Gilgamesh maar ook op de Koreaanse Netflix-serie "Squid Game".
Onderzoeken en enquetes leren theatermakers waarnaar het publiek zoekt. Implementatie blijkt evenwel lastig. Als een geïnterviewde theaterregisseur spreekt over het feit dat mensen blijkbaar "liever Netflix kijken", valt er nog veel te leren. Mensen staren niet naar een scherm, ze vinden ervaringen op Netflix (of een ander platform) die ze niet in het theater vinden. Het theater biedt nog steeds veel als live event en – ondanks regelmatig geuite scepsis – ook als community experience en heeft een sterk unique selling point. Dat benutten, kunnen innovatieve cultuurmensen! Zelfs in tijden dat een dubieus wereldkampioenschap voetbal publiek wegsnoept. En ze beseffen ook dat in het geval van ernstige energieschaarste, het theater niet op de lijst staat van ‘systeemrelevante inrichtingen’.
De makers van kunst en cultuur vormen in mijn ogen misschien wel de meest innovatieve ‘branche’: permanent uitgedaagd door van buiten en van binnen komend onheil. Daarom zou ieder zichzelf respecterende organisatie een actieve kunstenaar moeten hebben in haar Raad van Commissarissen (of Toezicht zo u wilt).
Comments